Nieuwsbrief
Buurtmuseum Kamperpoort
Jaargang 5 Nummer 22 September 2008.
Inhoudsopgave
Voorwoord
Geachte Donateurs,
Ja de vakantie is weer voorbij en het werk wat is blijven liggen wordt weer opgepakt.
In de vakantie nog dingetjes aangeschaft voor het Buurtmuseum Kamperpoort, maar daar leest u verderop
in deze nieuwsbrief meer over.
Op 8 september zijn ze eindelijk begonnen met het uitzetten van de huizen die worden gebouwd aan de Kleine Voort
en de Lijnbaan en aan de Hoogstraat.
Ze zouden in April al van start gaan maar door interne reorganisatie binnen Delta Wonen heeft het
wat langer geduurd, wat dus inhoudt dat, als alles mee zit en er geen strenge winter komt, de huizen
in september 2009 opgeleverd zullen worden.
Zoals u misschien al gehoord of gelezen heeft is men in de oude speeltuin het Westen begonnen met opgravingen.
Er zijn inmiddels resten van de blekerij van de Fam Wentholt blootgelegd en ook de resten van de
huisjes aan de Pannekoekendijk.
Binnenkort wordt er verder gezocht, ook op de parkeerplaats bij Leen Bakker, waar gezocht wordt naar overblijfselen
van het Wyten of het Zuytenhuis dat in de Musschenhage gestaan heeft.
Wij wachten af wat de resultaten zullen zijn die de archeologen naar boven halen.
br />
Er is nu ook een vergunning afgegeven voor de sanering van de grond op het oude Fenixterrein.
Helaas is er nog steeds geen duidelijkheid of het oude kantoorgebouw van de Fenix nou blijft staan of dat het gesloopt wordt.
Het wordt nu eens tijd dat er knopen doorgehakt gaan worden en dat er snel huizen gebouwd gaan worden,
want dit duurt helaas veel te lang.
Dus SWZ aan de slag.
Verder is er nog steeds geen nieuws over de sloop van de oude Vogelbuurt.
De voorspelling is begin 2009 maar dat is al vaker veranderd.
Het is te hopen dat er gauw duidelijkheid komt, want het wordt er niet beter op nu de meeste oud-bewoners
gedwongen zijn naar elders te verhuizen.
En nu maar hopen dat ze weer terug willen komen, maar de berichten zijn somber.
Namens het bestuur veel leesplezier en tot de volgende nieuwsbrief.
Jacob Donze (voorzitter)
Uniek jubileum bij de Vogel van Calcar (Vocaleum)
Verhaal uit het verleden.
Hier het krantenverslag van die tijd.
Op 3 december 1881 werd Roelof Plender geboren en op dertienjarige leeftijd kwam hij in dienst, dat was op 1 mei 1895,
bij de vloerzeilfabriek De Vogel van Calcar en Co aan de Hoogstraat.
Gisteren werd Roelof Plender gehuldigd in verband met dit unieke jubileum.
Hij kreeg van de directie en van het personeel een mooi geschenk, een fraaie vissersboot, aangeboden.
Van de Nederlandse Maatschappij voor Nijverheid en Handel ontving de jubilaris het vererend getuigschrift.
Dit is thans de tweede keer, dat Roelof Plender een dergelijk getuigschrift verwierf.
Bij zijn vijftigjarig jubileum kreeg hij het eveneens.
En dezelfde heer van Loo Sr, die hem toen de hand drukte was gisteren eveneens bij de huldiging aanwezig en haalde weer
eens met deze trouwe medewerker herinneringen op uit de oude tijd.
Want daar kan Roelof Plender van meepraten.
Roelof Plender werkte reeds onder vier generaties van Loo.
Natuurlijk werd Roelof Plender ook toegesproken.
In de eerste plaats geschiedde dit door de directie, de heer van Loo Jr, die de jubilaris de gebruikelijke enveloppe
met inhoud overhandigde.
Namens het personeel sprak nog de heer J. van Eerten, de personeelschef.
Roelof Plender die in de Vocaleumfabriek verschillende functies heeft vervuld en daarmee de fabriek kent als geen ander.
Als laatst werkte hij bij de drukmachines.
De feestdag was voor deze jubilaris wel een zeer bijzondere, en werd afgesloten met een serenade van de P.T.T. Harmonie.
Roelof is omstreeks de jaren 20 aan de Hoogstraat 172 komen wonen; hier heeft hij gewoond tot 1937 en
was nog niet gehuwd.
Hij is verhuisd naar de Kleine Voort 1a; daar woonde hij in 1961 nog.
Zijn overige jaren heeft hij doorgebracht bij de Fam. Horst-Scheffer aan de Reigerstraat 7 waar hij op 17 Januari 1965 is overleden.
Archeologie Kamperpoort
Het team archeologie van de gemeente Zwolle onder leiding van Michael Klomp voert momenteel
onderzoek uit aan de Pannekoekendijk.
Inmiddels zijn onder het trapveldje van de oude speeltuin Het Westen op de hoek Pannekoekendijk/Katerdijk de
fundamenten blootgelegd van een oude blekerij en latere stoomwasserij van de familie Wentholt.
Deze stoomwasserij is in de Tweede Wereldoorlog onteigend en gesloopt.
Muurresten en fundamenten zijn bewaard gebleven.
Archeologen hebben op dit moment de sporen blootgelegd van een rechthoekig gebouw dat heeft behoord tot de
laatste fase van de stoomwasserij.
Dit gebouw is op verschillende foto´s uit het eind van de negentiende eeuw nog te zien.
Naast de buitenmuren van dit gebouw zijn ook de fundamenten van de stoomketels en een later toegevoegde schoorsteen te zien.
Uit archiefstukken blijkt dat de wasserij in eerste instantie door middel van een rosmolen met paard werd aangedreven.
In 1884 en 1894 zijn twee stoomketels geplaatst.
De schoorsteen is in het begin van de twintigste eeuw aan het complex toegevoegd.
In Nederland bestonden in deze periode maar twee bedrijven die dergelijke fabrieksschoorstenen maakten.
Een daarvan is de firma Canoy & Herfkens uit Venlo.
Uit het onderzoek naar enkele bewaard gebleven stenen van de schoorsteen is duidelijk geworden dat de
schoorsteen door deze firma gebouwd moet zijn.
De komende weken richt het onderzoek zich op de oudere fasen van de stoomwasserij en blekerij.
Op het oudste kadastrale minuutplan uit 1832 zijn de contouren van twee andere gebouwen te ontdekken.
Deze gebouwen worden in de bijbehorende tabel omschreven als huis, schuur en washuis en waren eigendom
van de weduwe Wentholt.
Ook worden de sporen van twee woonhuizen aan de Pannekoekendijk onderzocht.
Hierbij is het vooral van belang om te achterhalen uit welke periode de oudste huizen dateren.
Het is niet uitgesloten dat in de wijk Kamperpoort al bewoningssporen uit de veertiende eeuw kunnen worden aangetroffen.
Tijdens het archeologisch onderzoek geeft de Kamperpoort hopelijk zijn geheimen prijs en wordt
meer duidelijk over de geschiedenis van deze oude wijk van Zwolle.
Op basis van het vondstmateriaal onder de gebouwen van de blekerij is deze uit de periode tussen 1750 en 1760.
In Nederland is nauwelijks archeologisch onderzoek gedaan naar blekerijen en wasserijen.
Dit is enigszins merkwaardig omdat veel steden een of meerdere blekerijen hebben gekend.
Ook bestonden verschillende soorten blekerijen, zoals garen, linnen- en kledingblekerijen.
Rondom de oude binnenstad van Zwolle waren diverse blekerijen te vinden.
Bekend zijn bijvoorbeeld de Boschbleek aan het Wezenland en de Waterstroom aan het tegenwoordige Blekerswegje.
Op oude prenten en schilderijen uit de achttiende eeuw is zelfs te zien dat op de bolwerken of
bastions linnendoek werd gebleekt.
Mochten er onder de oude buurtbewoners nog iemand zijn die zich dit herinnert laat ons dat dan even weten.
Schrijf of mail naar Buurtmuseum Kamperpoort. buurtmuseum@kpnmail.nl
Nieuwe aanwinsten
Nieuwe Foto's
60 jaar getrouwd.
Deze foto, genomen door Frans Paalman, stond in de Stentor van 25 augustus 2008 met als titel TT kijken.
Wie kent ze nog, de oud-bewoners van de Merelstraat 13: Herman van der Weide en zijn vrouw Jel Louwrink.
Zo stonden Herman en Jel meer dan zestig jaar geleden langs de rondweg de oude Rijksweg nu de A28 naar de TT`ers
te kijken die naar Assen gingen.
De vele motorrijders die dan jaarlijks van en naar de TT races gingen en langs kwamen.
Maar al snel keken ze alleen nog maar naar elkaar.
Nu zestig jaar na dato doen ze dat nog steeds.
Op 24 augustus 1948 trad dit stel in het huwelijk om op 24 augustus 2008 hun diamanten huwelijkfeest te
vieren samen met hun drie zonen en hun dochter en de vijf kleinkinderen.
Het feest werd gevierd aan de Lassuslaan waar het echtpaar woont.
Het Buurtmuseum Kamperpoort wenst de familie van der Weide nog vele jaren erbij en hopend in goede
gezondheid zodat we over tien jaar het verhaaltje nog een keer kunnen vertellen.
De nieuwe huizen op het Fenix terrein.
Als alles goed gaat wordt er achterin het jaar begonnen met het saneren van het terrein van het voormalige terrein
van de Fenixfabriek aan de Lijnbaan en Hoogstraat.
Op de foto kunt u zien hoe het er ongeveer uit zal gaan zien.
Nu heeft of SWZ of de Gemeente weer de behoefte gehad om een vertrouwde naam te veranderen; zowat iedere Zwollenaar
kent dit stukje Kamperpoort waar de Fenix heeft gestaan.
Nu wordt de naam verandert in Feniks met een K.
Dat klinkt beter volgens de mensen die er verstand van hebben.
Er zijn de laatste tijd al zo veel veranderingen van namen in Zwolle geweest dat je als Zwollenaar de bomen in het bos
niet meer ziet staan.
Maar nu verder met de plannen.
Op zaterdag 4 oktober 2008 tussen 13.00 en 16.00 uur worden woningzoekers uitgenodigd en bedolven onder een
stortvloed aan verschillende brochures en plattegronden over de nieuwe Stadswijk in de Kamperpoort de Feniks.
Het zal een gevarieerd aanbod worden.
Volgens een woordvoerder van SWZ zal het een gewilde buurt worden, op een koprol afstand van de binnenstad.
Er komen heel dure woningen, maar ook goedkope woningen, niets is standaard.
De informatiebijeenkomsten voor de 127 huur- en koopwoningen beginnen op woensdag 24 september tussen 19.00 en 21.00 uur
met een inloop voor huurders uit de Kamperpoort, die uitverhuisd zijn en weer terug willen, zij hebben voorrang bij de toewijzing.
De zaterdagse bijeenkomst op 4 oktober is voor iedereen bedoeld die geïnteresseerd is in huur op koop op het nieuwe Feniksterrein.
Martinus Tijl, geboorte van een krant.
Martinus Tijl had samen met zijn vrouw en zijn twee zoons een tuinhuisje in de Musschenhage buiten de Kamperpoort, aan gene
zijde van de Stadsgracht, waar wat oud geboomte was en waar verder sloten, heggen en prieeltjes in velerlei gradatie`s van
de gegoede burgers uit de Stad, het landschap een eigen karakter gaven.
Het was een teken van welstand, dat Martinus op zwoele zomeravonden en zondagsmiddags daarheen wandelde met zijn vrouw en
zijn twee jongens om de versterkende rust van het buiten zijn te ondergaan.
Martinus, die in 1791 Groot-Burger van Zwolle werd, welke eerbewijs inhield, dat hij als burgemeester kon worden aangewezen,
en ook nog koeien op de Stadswei kon laten grazen.
Maar in praktijk had Martinus geen directe voordelen van zijn Groot-Burgerschap, maar het accentueerde toch hoe hij er in
geslaagd was in vijf en twintig jaar van een verliefde vreemdeling met een platte beurs tot een geacht inwoner van Zwolle te worden.
Het gebeurde in de Musschenhage, daar werd basis gelegd voor de krant die we nu als Stentor kennen.
Het besluit werd genomen in het tuinhuisje van de Tijls in de Musschenhage op een stimulerend zonnige aprildag met
volop lente in de lucht.
Omdat het licht al wat schel aan de ogen was en de keel droog, vonden de notaris en de Stadsgeneesheer die naar het
Katerveer hadden willen wandelen, het niet onaangenaam dat Martinus hen wenkte om bij hem te komen zitten.
In de schaduw van twee hoge olmen onder aan de trap van zijn prieel.
Er was toeback en gezondheidsbitter en de zondagmiddag bood de tijd, nodig voor een rustig gesprek tussen mannen.
Het was niet de eerste maal dat Martinus aangespoord werd een courant uit te geven, maar de notaris die grote bewondering
voor de Franse encyclopaedisten had, zei het ditmaal wel in zeer positieve termen: Tijl, als ontwikkeld mens was moreel
verplicht de kennis omtrent de dingen te verspreiden onder een zo groot mogelijke kring.
En de geneesheer die als geboren Zwollenaar ten zeerste op zijn ponteneur stond, achtte het dwaas dat Overijssels
hoofdstad nog geen eigen blad had.
Waarom Leeuwarden wel, waarom Haarlem, Middelburg en zo veel andere steden wel "nieuwspapieren" en waarom Zwolle niet ?
Toen de zon langzaam aan oranje werd en vaag achter de eerste avondnevels, en Catharina Tijl al drie maal gezegd had dat
ze het kil vond en dat het tijd was terug te gaan naar het huis aan de Melkmarkt, zei Martinus tenslotte dat het zou gaan gebeuren.
En terwijl hij zijn pijp uitklopte, voegde hij er aan toe, dat zijn courant zoiets als een venster zou zijn, uitkijk
biedend op de Wereld.
Het uitzicht uit dat venster bleek ook toen niet vrolijk. Op de achterkant van hun prospectus van 22 mei 1790 plaatsten
Martinus en zijn zoon, om de actualiteit en het karakter van de berichtgeving in hun komend weekblad te verduidelijken,
enige buitenlandse "Nieuws-tijdingen" waarvan de eerste luidde:
Duitsland en aangrenzende Ryken.
"Berlin den 16 May. De krijgstoerustingen worden van uur tot uur groter. De vestingen worden daar iets manqueert hersteld,
en er arbeiden dagelijks reeds over de 4000 boeren een de schansen en wallen.
Dit soort alarmerende tijdingen kwam dus ook op de voorpagina van dat ene velletje papier te staan (en meestentijds nog
in de marge bij gebrek aan plaatsruimte) aangevuld met gemengde berichten in deze geest:
"Hannover. Een moordenaar met name Roege werd alhier op het Schavot ter dood gebracht. De intentie van de Staat, om door
ene openbare executie anderen tot exempel te verstrekken werd hier in zoverre overtreden dat gedurende de executie een
nieuwe moord geperpetreerd (gepleegd) werd en een Kleermakersknecht sloeg gedurende de executie van deze moordenaar een ander dood.
Deze berichtgeving uit het Oosten was een punt waar de uitgevers trots op waren en dit was mogelijk doordat zij reeds,
gelijk in de prospectus stond vermeld "ene goede correspondentie op Duitsland" hadden, waardoor zij in staat waren het
Hoogduitse nieuws vroeger dan andere couranten en nieuwspapieren te kunnen mededelen.
Ondanks al de sombere "tijdingen" hadden de Tijls succes met hun weekblad.
Ze kregen dat eerste jaar al honderden abonnees en dat was voldoende stimulans om hun schepping voortaan
"Overysselse Courant" te noemen en tweemaal in de week te doen verschijnen.
En zij konden trots in de "kop" vermelden, dat hun blad verkrijgbaar was tot Amsterdam, Groningen en Nijmegen toe,
en ook in alle in en omstreken van de kleine steden en plaatsen, bij de schippers, voerlieden, postillons, en boden op Zwolle,
en verder alom.
Voorlopig verwierf Tijls blad elk jaar nieuwe abonnees en dat was misschien wel voor een belangrijk deel te danken aan de
marktprijzen op de achterkant en de bekendmakingen of te wel advertenties, bijvoorbeeld inzake huizenverkoop, dienstboden,
veemarkten, gevonden voorwerpen, toneeluitvoeringen en andere zaken die tot nut en vermakelijkheid van de mensen kunnen dienen.
In 1805 was de oplage tenslotte duizend.
Daarna kwam geleidelijk de teruggang: Holland werd een satellietstaat van Frankrijk, de vrijheid van drukpers kreeg een
nieuwe knauw en het beruchte "zegel" (een fiscaal stempel op elke krant) deed zijn intrede.
Pas in 1869 toen "de Zwolsche" een dagblad werd en het "zegel" verdween, werd de grens der duizend
weer overschreden.
Hoeveel abonnees er nu zijn, wilt ge weten ?
Maar vergeet nu weer het heden geëerde lezer, we keren terug naar de Franse tijd.
Een verhaal uit het boekje Tijls Curiosa 1777-1952 De Erven J. J. Tijl N.V.